Medisch rekenen, ook wel verpleegkundig rekenen is een verplicht vak voor:
Als verpleegkundige moet je de juiste hoeveelheid medicijnen of vloeistoffen kunnen berekenen.
Helaas worden er in de praktijk door verkeerde berekeningen medische missers gemaakt. Door verkeerde hoeveelheid medicijnen kunnen patiënten ziek worden en zelfs overlijden.
Daarom wordt er tijdens de opleiding veel aandacht besteed aan medisch rekenen.
Door het aanbieden van cursussen medisch rekenen kan de werkgever ervoor zorgen dat de rekenvaardigheid van haar personeel op peil blijft.
Kun jij je toets verpleegkundig rekenen met een 10 afronden? Wij geven jou de tips & tools, waarmee het lukt!
Hoe leer ik dan foutloos medisch rekenen?. Foutloos medisch rekenen kun je leren door je aan een aantal regels te houden. Dan alleen lukt het om medisch rekenen met een 10 af te ronden.
Daarom is het belangrijk dat je stap-voor-stap je opgave oplost. Omdat wij al jaren verzorgenden ig, mbo- en hbo verpleegkundigen bijles medisch rekenen geven, zien wij wat er in de manier van het oplossen van de opgaven fout gaat
Maak jij deze beginnersfouten ook, als jij je sommen verpleegkundig rekenen probeert op te lossen?
Dit zijn onze 10 geheimen om je medisch rekenen met een 10 af te ronden
Van onderstaande onderwerpen tips noteren wij een mengeling van video’s en uitwerkingen, incl linkjes naar andere onderwerpen.
Wij hebben voor jou verschillende opgaven medisch rekenen in elkaar gezet. Het zijn opgaven medisch rekenen voor beginners, maar ook opgaven voor verpleegkundigen die graag complexere opgaven willen uitrekenen.
Bij sommige opgaven medisch rekenen laten wij ook een ezelbruggetje zien, hoe je iets kunt uitrekenen. We geven tips en we laten stap voor stap zien hoe wij aan het antwoord komen. Vervolgens worden alle opgaven nog eens extra ondersteund met een video uitleg.
Per opgave geven we aan of dit het niveau is voor een verzorgende IG of voor een verpleegkundige op mbo- of hbo niveau.
Niveau: medisch rekenen voor verzorgende IG
Opgave:
Iemand moet een zoutoplossing 5% maken van in totaal 80 cl.
Vraag: hoeveel gram zout heb je hiervoor nodig?
Uitwerking:
5% betekent dat 5 gram zout is opgelost in 100 ml vloeistof
80 cl zal ik moeten omrekenen naar mL. 80 cl = 800 mL.
800 mL : 100 mL x 5 gram = 40 gram
Antwoord: Ik heb hiervoor 40 gram zout nodig
Bovenstaande opgaven is nog goed uit te rekenen. Het wordt lastiger als je met meer gegevens te maken krijgt.
Hieronder de opgave.
Niveau: medisch rekenen voor verpleegkundigen op mbo- en hbo
Opgave:
Als verpleegkundige moet je een patiënt 2 gram kaliumchloride toedienen. Omdat deze medicatie langzaam moet inlopen, wordt dit per infuus toegediend.
Op de afdeling zijn aanwezig kaliumchloride ampullen 10% in 10 ml.
De kaliumchloride moet verdeeld worden over 4 infuuszakken met 500 ml NaCl 0,9%.
Vraag:
Uitwerking:
In deze opgave staat veel informatie, alleen welke informatie heb je nodig?
Dit is meestal het meest lastige onderdeel om een opgave van verpleegkundig rekenen uit te rekenen.
De laatste ‘bullet’ is van belang om mee verder te werken.
Je weet dat 10 gram is opgelost in 100 mL, dan kun je ook uitrekenen hoeveel mL je nodig hebt voor 2 gram. Dit is immers wat je de patiënt moet geven.
Antwoord a: Je hebt 2 ampullen nodig
Nu de andere vraag (vraag b): Hoeveel milliliter kaliumchloride 10% voeg je toe per zak?
Deze 2 gram kaliumchloride moet je verdelen over 4 infuuszakken. Je weet ook dat deze 2 gram kaliumchloride is opgelost in 20 ml vloeistof.
Dit betekent dat je 20 ml moet verdelen over 4 infuuszakken.
Antwoord b: 20 mL verdelen over 4 infuuszakken = 5 mL kaliumchloride 10% voeg je toe per zak.
Niveau: medisch rekenen voor verzorgenden IG en verpleegkundigen
Je beschikt over waterstofperoxide 5%. Je moet 10 ml 2% maken.
Vraag: hoeveel ml waterstofperoxide 5% heb je nodig?
Formule: (voorschrift in % x aantal ml) : wat aanwezig is in % Kortgezegd V:A
Tip: schrijf de formule op en vul de getallen in de formule in. Dan hou je het rekenwerk overzichtelijk en maak je minder fouten.
Formule: (voorschrift in % = 2% x aantal mL = 10 mL) : wat aanwezig is in % = 5%
Antwoord: Dit is dan 20 : 5 = 4 mL waterstofperoxide van 5% heb je nodig
Je beschikt over waterstofperoxide 8%. Je moet 2 dL waterstofperoxide 2% maken.
Vraag:
Uitwerking vraag a:
Formule: (voorschrift in % x aantal ml) : wat aanwezig is in %
Formule: (voorschrift in % = 2% x aantal mL = 200 mL) : wat aanwezig is in % = 8%
Let op: werk met dezelfde eenheden! In deze opgaven hebben we de 2dL omgerekend naar 200 mL.
Antwoord vraag a. Dit is dan 400 : 8 = 50 mL waterstofperoxide van 8% heb je nodig
Uitwerking vraag b:
De volgende vraag is: met hoeveel mL water verdun je dit?
Je moet 200 mL (dit is 2 dL) maken, terwijl je maar 50 mL waterstofperoxide van 8% nodig hebt.
Antwoord vraag b. Dit betekent dat je 200 mL – 50 mL = 150 mL moet toevoegen (verdunnen).
Uitwerking vraag c:
De volgende vraag is: wat is de verdunningsfactor?
Formule: Verdunningsfactor = beginconcentratie : eindconcentratie
Antwoord vraag c. beginconcentratie is 8% : eindconcentratie is 2% = 4 De verdunningsfactor is dus 4
nog een video plaatsen!
Niveau: medisch rekenen voor verzorgenden IG en verpleegkundigen
Mevrouw Miedema heeft een behoorlijke longontsteking en is in het ziekenhuis opgenomen. Zij krijgt via een infuus antibiotica toegediend. Deze antibiotica (300 ml) moet jij in 4 uur laten inlopen. Er zitten 20 druppels in 1 mL.
Vraag: wat is de druppelsnelheid?
Tip: Bij infuus gaat het altijd om aantal druppels per minuut. Standaard zitten er in 1 mL, 20 druppels.
Uitwerking:
Antwoord: 6000 druppels : 240 minuten = 25 druppels per minuut
Mevrouw Adriaansen kreeg 16 druppels per minuut. Het medicijn heeft een sterkte van 0,8%. 1 mL is gelijk aan 20 druppels.
Uitwerking vraag a:
Tip:
Antwoord vraag a.: Mevrouw Adriaansen heeft (afgerond) 9,2 gram in een etmaal binnen gekregen.
Uitwerking vraag b:
6,8 gram (neem het onafgeronde getal) zullen we moeten omrekenen naar mL.
Dus: 6,8 : 0,8 (de sterkte van0,8%) x 100 mL = 850 mL
Deze 850 mL moet ik nu omrekenen naar druppels.
850 mL x 20 druppels = 17.000 druppels : 1440 minuten (dit is een etmaal) = 11,80555…druppels per minuut. Afgerond is dit 11 tot 12 druppels
Antwoord vraag b.: De druppelsnelheid had dan 11 – 12 druppels per minuut moeten zijn.
Niveau: medisch rekenen voor verzorgenden IG en verpleegkundigen mbo
Meneer de Graaff krijgt amiodaron voorgeschreven, omdat hij ernstige hartritmestoornissen heeft. Jij moet het medicijn via een spuitenpomp toedienen.
Je sluit de spuit om 08.00 uur aan. De spuit bevat 40 ml vloeistof plus het medicijn. De concentratie amiodaron in de vloeistof is 2 mg per ml.
Vraag:
Uitwerking:
Dit betekent: 2 mg x 40 mL = 80 mg amiodaron bevat de hele spuit
Antwoord vraag a:
De hele spuit bevat 80 mg amiodaron
In de hele spuit zit 40 mL. Dus: 40 mL : 6 mL = 6,6666666667 uur.
De vraag is nu: hoe maak ik hiervan uren en minuten?
Het cijfer links van de komma zijn de hele uren. Dit zijn er dus 6
Wat overblijft moet ik met 60 minuten vermenigvuldigen. Dan krijg je de minuten
Dus: 0,666666667 x 60 minuten = 40 minuten
Antwoord vraag b
De spuit is na 6 uur en 40 minuten leeg.
Voor meneer Hubner moet je een spuitenpomp klaarmaken. Het voorschrift is 0,48 gram per etmaal, bij een pompstand van 2.0.
Je hebt in voorraad ampullen 3,5 ml (5 %). De volle spuit moet na 20 uur leeg zijn.
Uitwerking a:
Bij deze opgave is wat meer rekenwerk nodig. Je zult ook de onderlinge verbanden goed moeten begrijpen. Hier volgen wat tips:
0,48 gram is omgerekend 480 mg voor een heel etmaal.
Per uur is dit: 480 mg : 24 uur = 20 mg.
In de spuit zit de volgende hoeveelheid: 2.0 (pompstand = 2 mL/uur) x 20 uur = 40 mL
De volgende hoeveelheid mg zit er in de spuit: 20 mg x 20 uur = 400 mg
5% betekent 5 gram opgelost in 100 mL, of: 5000 mg opgelost in 100 mL. Dit is 50 mg/mL
Er zit 400 mg in de spuit. Dus: 400 mg : 50 mg x 1 mL = 8 mL zuig je op.
Antwoord a. In voorraad heb je ampullen van 3,5 mL. Dus: 8 mL : 3,5 mL = 2,285714…ampul.
2 ampullen is te weinig, dus zul je 3 ampullen moeten gebruiken
Antwoord b. Als je 3 ampullen gebruikt, dan heb je 3 x 3,5 mL = 10,5 mL gebruikt.
Je hebt 8 mL nodig. Dus gooi je 10,5 mL – 8 mL= 2,5 mL weg.
Niveau: medisch rekenen voor verzorgenden IG en verpleegkundigen mbo
Naast de sondevoeding (2150 mL) eet mevrouw Janssen bij als ontbijt nog een schaaltje pap (150 mL) , als lunch een schaaltje vla (150 mL) en als diner eet zij een kom soep (250 mL) en vraagt er daarna nog een, maar daarvan eet zij maar de helft op. Ze drinkt 1 kopje thee (125 mL) en 2 kopjes koffie (2 x 125 mL) en anderhalf glas water (250 mL).
Via de wonddrain verliest zij 75 ml wondvocht en ze plast 4 keer op de po, 200 ml, 175 ml, 500 ml en 340 ml.
Vraag: Maak de vochtbalans op. Is deze positief of negatief?
Uitwerking:
Inname:
----------
3.450 mL
Uitscheiding:
-----------
1.290 mL
Het is een positieve vochtbalans, omdat de inname van vocht per saldo
groter is, nl 2.160 mL (3.450 – 1.290 = 2.160)
Niveau: medisch rekenen voor verzorgenden IG en verpleegkundigen mbo
De heer de Ruiter is 67 jaar, 184 cm lang en weegt 84 kilo.
Vraag: Bereken het BMI van de heer De Ruiter (1 decimaal)
Uitwerking:
Formule: gewicht in kg : (lengte in m x lengte in m)
gewicht in kg = 84 kg : (lengte in m 1,84 x lengte in m 1,84).
Let op ! Heb je geen haakjes op je rekenmachine, reken dan eerst lengte x lengte uit. Schrijf dit getal volledig over op een kladblaadje. Deel vervolgens 84 : 3,3304 = 24, 81096…= 24,8 (afgerond)
Niveau: medisch rekenen voor verpleegkundigen mbo en hbo (HBO-v)
Mevrouw Antonius heeft veel last van haar forse overgewicht. Bij haar is obesitas vastgesteld. Mevrouw Antonius heeft een lengte van 1,70 meter en haar gewicht is 102 kilo. Na het kijken van een afslankprogramma op TV, besluit zij wat aan haar gewicht te doen. Met behulp van een persoonlijke afslankcoach, wil zij binnen 1 jaar een BMI van 24 halen.
Reken uit:
a. Hoeveel kilo (afronden op hele kilo's) moet mevrouw Antonius in 1 jaar afvallen, om een BMI van 24 te halen?
Uitwerking:
Bij deze vraag is de BMI al gegeven. Toch helpt het als je bij dit soort vragen toch de formule opschrijft. Je ‘ziet’ dan al gauw hoe je tot een bepaald antwoord komt.
We schrijven eerst de formule op: Formule BMI: gewicht in kg : (lengte in m x lengte in m)
We moeten nu het gewicht uitrekenen, terwijl de BMI bekend is en ook de lengte is bekend
BMI = gewicht in kg : (lengte in m x lengte in m). Nu vullen we de getallen in en rolt het gewicht er uit.
24 = ? : (1,70 x 1,70)
24 = ? : 2,89
? = 24 x 2,89
? = 69,36 kg
Mevrouw Antonius moet 102 kg – 69,36 kg = 32,64 kg (afgerond 33 kg) afvallen om een BMI van 24 te krijgen.
Vind je bovenstaande berekening lastig, dan helpt vaak dit ‘ezelbruggetje’:
3 = ? : 2. Juist!, je vermenigvuldigt 3 met 2 en dan kom je op het antwoord.
Niveau: medisch rekenen voor verzorgenden IG en verpleegkundigen mbo
Kevin Ritsema is als gevolg van een traumatisch ongeluk erg angstig. Er worden Haldoldruppels voorgeschreven. De sterkte is 4 mg/ml, 1 ml = 20 druppels
Jij zult hem 0,8 mg Haldol moeten geven.
Vraag: hoeveel druppels zijn dit?
Uitwerking:
Deze opgave kun je heel eenvoudig oplossen met een ‘verhoudingstabel’
Zonder verhoudingstabel ziet de uitwerking er zo uit:
0,8 mg is 5 keer zo klein dan 4 mg. In dat geval moet je ook de 20 druppels moeten delen door 5. Dus 20 druppels : 5 = 4
Antwoord: 0,8 : 5 x 20 druppels = 4 druppels
Niveau: medisch rekenen voor verpleegkundigen mbo en hbo (HBO-v)
Henk Brink is op de IC opgenomen. Het medicatievoorschrift is Voriconazol 540 mg 3 keer per dag.
Er is poeder voor infusievloeistof beschikbaar van 200 mg. Je lost de voorgeschreven medicatie op in 50 ml NaCl 0,9 %. Een collega stelt de druppelsnelheid in op 30 druppels per minuut.
Vraag: Hoeveel mg Voriconazol krijgt de patiënt in 20 minuten?
Uitwerking:
Ook deze opgave kan heel eenvoudig met behulp van een ‘verhoudingstabel’ uitgerekend worden.
600 druppels : 1000 druppels x 540 mg = 324 mg
Antwoord: de patient krijgt in 20 minuten 324 mg Voriconazol toegediend
Niveau: medisch rekenen voor verpleegkundigen mbo
Toos Hulshof is heel erg verward. Het eten gaat erg moeilijk. De dienstdoende arts schrijft haloperidoldruppels voor. Jij moet Toos 6 mg haloperidol geven en je beschikt over een druppelvloeistof 3 mg/ml. (1 ml = 20 druppels)
Vraag:
Uitwerking a:
Tip: Ook bij deze opgave, is de verhoudingstabel een heel handig hulpmiddel.
Je weet dat er 3 mg is opgelost in 1 mL. Je moet Toos 6 mg geven. Dit is 2 keer zoveel en dus ook 2 keer zoveel mL.
Antwoord a. Dus 2 ml heb je nodig. In 1 mL zitten 20 druppels, dan heb je 40 druppels nodig voor 2 mL.
Uitwerking b:
Er zit 3 mg in 1 mL. Om de sterkte van deze druppelvloeistof uit te rekenen moet je kijken hoeveel gram er in 100 mL zit.
Antwoord: Dus: 3 mg zit in 1 mL, dan zit er 300 mg in 100 mL. 300 mg = 0,3 gram en dus 0,3% als sterkte van deze druppelvloeistof.
Niveau: medisch rekenen voor verzorgenden IG en verpleegkundigen mbo
Bert de Vries zijn bloedwaarden zijn niet goed. Je moet hem 40 IE Actrapid injecteren. Je hebt een injectieflacon Actrapid van 200 IE/ml (200 eenheden per ml).
Vraag: hoeveel ml Actrapid geef je?
Uitwerking:
Je hebt 200 IE per ml tot je beschikking. Je moet de patiënt 40 IE injecteren. Dit is dus 1/5 deel. Dit betekent dat je ook het aantal mL moet delen door 5.
Antwoord: 1 : 5 = 0,2 mL Actrapid geef je
Niveau: medisch rekenen voor verpleegkundigen mbo en hbo (HBO-v)
Jolanda de Bruijn is opgenomen in het ziekenhuis. Als verpleegkundige moet je haar ’s ochtends 32 IE en ’s avonds 20 IE Levemir geven.
Je hebt een Levemir flexpen 100 IE/mL, pen 3 mL.
Voor elke injectie spuit je 2 eenheden insuline weg om de naald te ontluchten.
Vraag: Hoeveel hele dagen kan Jolanda de Bruijn met een pen doen?
Je kunt het volgende alvast uitrekenen:
’s middags 20 IE + 2 IE (ontluchten van de naald) = 22 IE
Samen is dit 56 IE
Ik kan dan uitrekenen dat er 3 x 100 IE = 300 IE in de flexpen zit.
Antwoord: Dit betekent dat 300 IE : 56 IE = 5,3571… = 5 hele dagen kan Jolanda de Bruijn met de pen doen.
Niveau: medisch rekenen voor verzorgenden IG en verpleegkundigen mbo
De druk in een 20 litercilinder is 60 atmosfeer. Je moet een patiënt 2 liter/minuut toedienen.
Vraag: na hoeveel tijd is de cilinder leeg?
Uitwerking:
totale hoeveelheid zuurstof in liters: inhoud cilinder 20 liter x bardruk 60 bar = 1200 liter
Het totaal van 1200 liter deel je door 2 liter/min = 600 minuten.
Antwoord: 600 minuten : 60 minuten = 10 uur. Dus na 10 uur is de cilinder leeg.
Niveau: medisch rekenen voor verpleegkundigen mbo en hbo (HBO-v)
Een zuurstofcilinder heeft een inhoud van 20 liter. De manometer geeft 170 Bar aan. De heer Thomasson krijgt 2 liter zuurstof per minuut. Het is nu 10:30 uur.
Vraag: Wat is de stand van de manometer om 14:45 uur? (afronden op een heel getal)
Uitwerking:
Formule totale hoeveelheid zuurstof in liters: inhoud cilinder 20 liter x bardruk 170 bar
Het totaal aantal liters is: 3.400 liter zuurstof
Het aantal minuten tussen 10.30 uur en 14.45 uur = 4 uur en 15 minuten = 255 minuten
Het verbruik is 2 liter per minuut. Dus: 255 x 2 = 510 liter is er opgemaakt.
Dit betekent dat er 3.400 – 510 = 2.890 liter is er over.
Nu vullen wij de formule in met de getallen:
totale hoeveelheid zuurstof in liters 2.890 = inhoud cilinder 20 liter x bardruk ? bar.
2.890 = 20 x ?
? = 144,5 Dit betekent dat de bardruk 145 is (afgerond).
Vind je bovenstaande opgaven lastig? Voor de verzorgenden IG hebben we nog een proeftoets met uitwerkingen voor jou klaargezet.
Stap voor stap worden deze opgaven uitgewerkt.
Dit is de proeftoets voor verzorgenden IG
Heb je voor je gevoel nog niet genoeg geoefend? Kijk dan eens op onze Facebook-pagina. (https://www.facebook.com/ikwilbijles.nu)
Op onze Facebook-pagina hebben we een minicursus medisch rekenen voor verzorgenden IG en verpleegkundigen klaargezet.
Deze minicursus is speciaal in elkaar gezet voor die cursisten die het medisch rekenen lastig vinden.
Klik op onderstaande link en je krijgt toegang tot deze interessante en gratis minicursus.
Als je er wat aan gehad hebt, vinden we het altijd leuk als je op onze FB-pagina een berichtje achterlaat. Alvast bedankt daarvoor
Heb je binnenkort (weer) je toets medisch rekenen? Wacht dan niet te lang met het aanvragen van 1 of meerder bijlessen.
Studievertraging frustreert alleen maar en zorgt er vaak voor dat je motivatie fors afneemt.
Onze bijlesdocenten weten waar de meeste cursisten moeite mee hebben. Door het volgen van een of meerdere bijlessen weet je vaak weer waar je op moet letten om de opgaven over oplossingen, medicatie, verdunningen of andere onderwerpen op te lossen.
Een rustgevend idee dus.
Wij bieden bijles erg flexibel aan. Bij ons kun je gewoon per uur een bijles afnemen. Jij bepaalt! Hoe fijn is dat?
Benieuwd hoe je bij ons een bijles medisch rekenen kunt aanvragen? In een korte video leggen wij uit, hoe je een bijles kunt aanvragen en betalen.
Afhankelijk van waar je woont kun je bijles op locatie of op afstand krijgen. Op afstand gebeurt dit via Skype, waarbij de bijlesdocent zijn of haar tablet op het scherm met jou deelt. Je kunt dan de aantekeningen die de bijlesdocent zien. Dit geeft structuur en overzicht.
Benieuwd hoe de ervaring van andere cursisten met bijles via Skype is? Klik op onderstaande link:
https://www.ikwilbijles.nl/succes-verhalen/
Wij hebben een heel scala aan de beste bijlesdocenten die al vele jaren bijlessen en trainingen verzorgen.
Zij geven jou tips waar je nooit aan gedacht hebt, zodat je weer verder kunt. Daarnaast leren ze jou om de juiste informatie uit die hele lappen tekst te halen.
Kortom:
Wacht niet langer en laat je helpen en boek een bijles.